Verkeersongevallen
In tegenstelling tot de bedrijfsongevallen is letselschade ten gevolge van een verkeersongeval ietwat eenvoudiger als het gaat om aansprakelijkheid, zeker waar vaststaat wie de schuldige, oftewel de veroorzaker van de schade is.
Wanneer u letselschade heeft opgelopen door een verkeersongeval dat is veroorzaakt door iemand anders, is de kans heel groot dat u recht heeft op een schadevergoeding.
Er zijn dan twee soorten schade die u kunt claimen: materiële en immateriële schade.
- Materiële schade: Deze is tastbaar. Te denken valt aan schade aan beschadigde spullen in de auto, zoals een laptop, uw kleding, inkomstenverlies, medische kosten, aanpassingen in uw woning of aan uw voertuig en studievertraging.
- Immateriële schade: Deze is minder tastbaar. Hierbij kunt u denken aan leed of pijn, psychische schade of blijvende beperkingen en klachten.
Een verkeersongeval kunt u krijgen als berijder van een auto, motor, scooter, of fiets. Maar u kunt als inzittende van een auto, bus, of trein ook te maken krijgen met een ongeval en daardoor schade lijden.
De meest voorkomende letselschade bij een verkeersongeluk zijn de botbreuken, kneuzingen, hoofdletsel en een whiplash. Afhankelijk van de kwetsbaarheid van de bestuurder zal de schade meer of minder zijn. Als u als voetganger wordt aangereden door een auto, zal de schade meestal direct zichtbaar zijn, evenals een ongeval met een motor of scooter.
Ná het verkeersongeval
Zorg bij letselschade na een verkeersongeval altijd dat u de situatie zo goed mogelijk in kaart brengt of nog beter, door de politie in kaart laat brengen. Zorg eventueel voor foto’s van de plek van het ongeval en de schade. Ook kunt u informeren naar getuigen die een verklaring willen afleggen. Een goed ingevuld en ondertekend schadeformulier kan ervoor zorgen dat de juiste toedracht van het verkeersongeval later niet meer ter discussie staat. Dit, omdat lichamelijke/psychische schade ook later naar boven kan komen. Dan is het wel goed om alles over het ongeval vast te leggen, om discussies achteraf te voorkomen. Kortom, ook hier geldt ‘voorkomen is beter dan genezen’.